besliep

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  besliep    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·sliep

Werkwoord

vervoeging van
beslapen

besliep

  1. enkelvoud verleden tijd van beslapen
    • Ik besliep. 
    • Jij besliep. 
    • Hij, zij, het besliep. 

Gangbaarheid

  • Het woord besliep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.