besliep
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: besliep (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·sliep
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beslapen |
besliep
- enkelvoud verleden tijd van beslapen
- Ik besliep.
- Jij besliep.
- Hij, zij, het besliep.
- Ik besliep.
Gangbaarheid
- Het woord besliep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.