besnaart

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  besnaart    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·snaart

Werkwoord

vervoeging van
besnaren

besnaart

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besnaren
    • Jij besnaart. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besnaren
    • Hij besnaart. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van besnaren
    • Besnaart! 

Gangbaarheid

  • Het woord besnaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.