bespikkelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bespikkelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·spik·kel·de

Werkwoord

vervoeging van
bespikkelen

bespikkelde

  1. enkelvoud verleden tijd van bespikkelen
    • Ik bespikkelde. 
    • Jij bespikkelde. 
    • Hij, zij, het bespikkelde. 
  2. verbogen vorm van bespikkeld, voltooid deelwoord van bespikkelen

Gangbaarheid

  • Het woord bespikkelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.