besprong

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  besprong    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·sprong

Werkwoord

vervoeging van
bespringen

besprong

  1. enkelvoud verleden tijd van bespringen
    • Ik besprong. 
    • Jij besprong. 
    • Hij, zij, het besprong. 

Gangbaarheid

  • Het woord besprong staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.