besteel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  besteel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·steel

Werkwoord

vervoeging van
bestelen

besteel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestelen
    • Ik besteel. 
  2. gebiedende wijs van bestelen
    • Besteel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestelen
    • Besteel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord besteel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.