bestem voor

Uitspraak

• Geluid:  bestem voor    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·stem voor

Woordherkomst en -opbouw

• uit bestem (werkwoord) en voor, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

bestem (...) voor

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbestemmen
   

   • Ik bestem voor. 

2. gebiedende wijs van voorbestemmen
   

   • Bestem voor! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbestemmen
   

   • Bestem je voor? 

Gangbaarheid

• Het woord bestem voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.