betimmert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  betimmert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·tim·mert

Werkwoord

vervoeging van
betimmeren

betimmert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betimmeren
    • Jij betimmert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betimmeren
    • Hij betimmert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van betimmeren
    • Betimmert! 

Gangbaarheid

  • Het woord betimmert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.