bette

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bette    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bet·te

Werkwoord

vervoeging van
betten

bette

  1. enkelvoud verleden tijd van betten
    • Ik bette. 
    • Jij bette. 
    • Hij, zij, het bette. 
  2. aanvoegende wijs van betten

Gangbaarheid

  • Het woord bette staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.