betuig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  betuig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·tuig

Werkwoord

vervoeging van
betuigen

betuig

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betuigen
    • Ik betuig. 
  2. gebiedende wijs van betuigen
    • Betuig! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betuigen
    • Betuig je? 

Gangbaarheid

  • Het woord betuig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.