bevitte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bevitte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·vit·te
Woordherkomst en -opbouw
  •  bevit ww  met de uitgang -e

Werkwoord

vervoeging van
bevitten

bevitte

  1. enkelvoud verleden tijd van bevitten
    • Ik bevitte. 
    • Jij bevitte. 
    • Hij, zij, het bevitte. 
  2. aanvoegende wijs van bevitten

Gangbaarheid

  • Het woord bevitte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.