bevruchtte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bevruchtte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·vrucht·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bevruchten |
bevruchtte
- enkelvoud verleden tijd van bevruchten
- Ik bevruchtte.
- Jij bevruchtte.
- Hij, zij, het bevruchtte.
- Ik bevruchtte.
Gangbaarheid
- Het woord bevruchtte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.