bewandel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bewandel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·wan·del

Werkwoord

vervoeging van
bewandelen

bewandel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewandelen
    • Ik bewandel. 
  2. gebiedende wijs van bewandelen
    • Bewandel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewandelen
    • Bewandel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord bewandel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.