beweent

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beweent    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·weent

Werkwoord

vervoeging van
bewenen

beweent

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewenen
    • Jij beweent. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewenen
    • Hij beweent. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bewenen
    • Beweent! 

Gangbaarheid

  • Het woord beweent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.