bewerkstellig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bewerkstellig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·werk·stel·lig

Werkwoord

vervoeging van
bewerkstelligen

bewerkstellig

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewerkstelligen
    • Ik bewerkstellig. 
  2. gebiedende wijs van bewerkstelligen
    • Bewerkstellig! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewerkstelligen
    • Bewerkstellig je? 

Gangbaarheid

  • Het woord bewerkstellig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Afrikaans

stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
bewerkstellig
bewerkstellig
volledig

Werkwoord

bewerkstellig

  1. bewerkstelligen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.