bezaait

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezaait    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·zaait

Werkwoord

vervoeging van
bezaaien

bezaait

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezaaien
    • Jij bezaait. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezaaien
    • Hij bezaait. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bezaaien
    • Bezaait! 

Gangbaarheid

  • Het woord bezaait staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.