bezak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • beĀ·zak

Werkwoord

vervoeging van
bezakken

bezak

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezakken
    • Ik bezak. 
  2. gebiedende wijs van bezakken
    • Bezak! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezakken
    • Bezak je? 

Gangbaarheid

  • Het woord bezak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.