bezighield
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bezighield (hulp, bestand)
Woordafbreking
- beĀ·zigĀ·hield
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bezighouden |
bezighield
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van bezighouden
- ... dat ik bezighield.
- ... dat jij bezighield.
- ... dat hij, zij, het bezighield.
- ... dat ik bezighield.
Gangbaarheid
- Het woord bezighield staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.