bezighoud

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezighoud    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbezəxˌhɑut/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈbezəχˌhʌʊt/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈbezəxˌhʌːt/
Woordafbreking
  • be·zig·houd

Werkwoord

vervoeging van
bezighouden

bezighoud

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezighouden
    • ... dat ik bezighoud. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bezighoud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.