bezinkt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezinkt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • beĀ·zinkt

Werkwoord

vervoeging van
bezinken

bezinkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezinken
    • Jij bezinkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezinken
    • Hij bezinkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bezinken
    • Bezinkt! 

Gangbaarheid

  • Het woord bezinkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.