bezoedel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bezoedel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·zoe·del
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bezoedelen |
bezoedel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezoedelen
- Ik bezoedel.
- gebiedende wijs van bezoedelen
- Bezoedel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezoedelen
- Bezoedel je?
Gangbaarheid
- Het woord bezoedel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.