bezuinig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezuinig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·zui·nig

Werkwoord

vervoeging van
bezuinigen

bezuinig

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezuinigen
    • Ik bezuinig. 
  2. gebiedende wijs van bezuinigen
    • Bezuinig! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezuinigen
    • Bezuinig je? 

Gangbaarheid

  • Het woord bezuinig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.