bezwanger
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bezwanger (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·zwan·ger
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bezwangeren |
bezwanger
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezwangeren
- Ik bezwanger.
- gebiedende wijs van bezwangeren
- Bezwanger!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezwangeren
- Bezwanger je?
Gangbaarheid
- Het woord bezwanger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.