bezwanger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezwanger    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·zwan·ger

Werkwoord

vervoeging van
bezwangeren

bezwanger

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezwangeren
    • Ik bezwanger. 
  2. gebiedende wijs van bezwangeren
    • Bezwanger! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezwangeren
    • Bezwanger je? 

Gangbaarheid

  • Het woord bezwanger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.