bezwangerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezwangerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·zwan·ger·de

Bijvoeglijk naamwoord

bezwangerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van bezwangerd

Werkwoord

vervoeging van
bezwangeren

bezwangerde

  1. enkelvoud verleden tijd van bezwangeren
    • Ik bezwangerde. 
    • Jij bezwangerde. 
    • Hij, zij, het bezwangerde. 
  2. verbogen vorm van bezwangerd, voltooid deelwoord van bezwangeren

Gangbaarheid

  • Het woord bezwangerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.