bidt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bidt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bidt

Werkwoord

vervoeging van
bidden

bidt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bidden
    • Jij bidt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bidden
    • Hij bidt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bidden
    • Bidt! 

Gangbaarheid

  • Het woord bidt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Deens

Woordafbreking
  • bidt
Naar frequentie 3817

Werkwoord

bidt

  1. voltooid deelwoord van bide
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.