bijeenbindt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijeenbindt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·een·bindt

Werkwoord

vervoeging van
bijeenbinden

bijeenbindt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijeenbinden
    • ... dat jij bijeenbindt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijeenbinden
    • ... dat hij bijeenbindt. 

Gangbaarheid

  • Het woord bijeenbindt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.