bijeenspaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijeenspaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·een·spaar

Werkwoord

vervoeging van
bijeensparen

bijeenspaar

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijeensparen
    • ... dat ik bijeenspaar. 

Gangbaarheid

  • Het woord bijeenspaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.