bijhang
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bijhang (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bijĀ·hang
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bijhangen |
bijhang
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijhangen
- ... dat ik bijhang.
Gangbaarheid
- Het woord bijhang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.