bijkrabbelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijkrabbelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·krab·bel·de

Werkwoord

vervoeging van
bijkrabbelen

bijkrabbelde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van bijkrabbelen
    • ... dat ik bijkrabbelde. 
    • ... dat jij bijkrabbelde. 
    • ... dat hij, zij, het bijkrabbelde. 

Gangbaarheid

  • Het woord bijkrabbelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.