bijlag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijlag    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bijĀ·lag

Werkwoord

vervoeging van
bijliggen

bijlag

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van bijliggen
    • ... dat ik bijlag. 
    • ... dat jij bijlag. 
    • ... dat hij, zij, het bijlag. 

Gangbaarheid

  • Het woord bijlag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.