bijregelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijregelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·re·gelt

Werkwoord

vervoeging van
bijregelen

bijregelt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijregelen
    • ... dat jij bijregelt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijregelen
    • ... dat hij bijregelt. 

Gangbaarheid

  • Het woord bijregelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.