bijschonk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijschonk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bijĀ·schonk

Werkwoord

vervoeging van
bijschenken

bijschonk

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van bijschenken
    • ... dat ik bijschonk. 
    • ... dat jij bijschonk. 
    • ... dat hij, zij, het bijschonk. 

Gangbaarheid

  • Het woord bijschonk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.