bijsleepte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bijsleepte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bijĀ·sleepĀ·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bijslepen |
bijsleepte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van bijslepen
- ... dat ik bijsleepte.
- ... dat jij bijsleepte.
- ... dat hij, zij, het bijsleepte.
- ... dat ik bijsleepte.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.