bijtrok

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijtrok    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bijĀ·trok

Werkwoord

vervoeging van
bijtrekken

bijtrok

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van bijtrekken
    • ... dat ik bijtrok. 
    • ... dat jij bijtrok. 
    • ... dat hij, zij, het bijtrok. 

Gangbaarheid

  • Het woord bijtrok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.