bijwoonde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijwoonde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·woon·de

Werkwoord

vervoeging van
bijwonen

bijwoonde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van bijwonen
    • ... dat ik bijwoonde. 
    • ... dat jij bijwoonde. 
    • ... dat hij, zij, het bijwoonde. 

Gangbaarheid

  • Het woord bijwoonde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.