bikkelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bikkelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bik·kel·de

Werkwoord

vervoeging van
bikkelen

bikkelde

  1. enkelvoud verleden tijd van bikkelen
    • Ik bikkelde. 
    • Jij bikkelde. 
    • Hij, zij, het bikkelde. 

Gangbaarheid

  • Het woord bikkelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.