bingode

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bingode    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bin·go·de

Werkwoord

vervoeging van
bingoën

bingode

  1. enkelvoud verleden tijd van bingoën
    • Ik bingode. 
    • Jij bingode. 
    • Hij, zij, het bingode. 

Gangbaarheid

  • Het woord bingode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.