binje

Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /ˈbɪɲɐ/ (Etsbergs)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
binje
bónj
gebónje
klasse 3 volledig

Werkwoord

binje

  1. binden
  2. knopen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.