binnenga

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  binnenga    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bin·nen·ga

Werkwoord

vervoeging van
binnengaan

binnenga

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnengaan
    • ... dat ik binnenga. 
  2. (in een bijzin) aanvoegende wijs van binnengaan
    • ... dat men binnenga. 

Gangbaarheid

  • Het woord binnenga staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.