binnentrad

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  binnentrad    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bin·nen·trad

Werkwoord

vervoeging van
binnentreden

binnentrad

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van binnentreden
    • ... dat ik binnentrad. 
    • ... dat jij binnentrad. 
    • ... dat hij, zij, het binnentrad. 

Gangbaarheid

  • Het woord binnentrad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.