biologeerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  biologeerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bio·lo·geer·de

Werkwoord

vervoeging van
biologeren

biologeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van biologeren
    • Ik biologeerde. 
    • Jij biologeerde. 
    • Hij, zij, het biologeerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord biologeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.