bivakkeert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bivakkeert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • biĀ·vakĀ·keert

Werkwoord

vervoeging van
bivakkeren

bivakkeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bivakkeren
    • Jij bivakkeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bivakkeren
    • Hij bivakkeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bivakkeren
    • Bivakkeert! 

Gangbaarheid

  • Het woord bivakkeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.