blaas bellen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  blaas bellen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈblas ˈbɛlə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • blaas bel·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
bellenblazen

blaas (…) bellen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bellenblazen
    • Ik blaas bellen. 
  2. gebiedende wijs van bellenblazen
    • Blaas bellen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bellenblazen
    • Blaas je bellen? 

Gangbaarheid

  • Het woord blaas bellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.