blaast bellen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: blaast bellen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈblast ˈbɛlə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- blaast bel·len
Woordherkomst en -opbouw
- uit blaast (werkwoord) en bellen (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bellenblazen |
blaast (…) bellen
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bellenblazen
- Jij blaast bellen.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bellenblazen
- Hij blaast bellen.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bellenblazen
- Blaast bellen!
Gangbaarheid
- Het woord blaast bellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.