blanquecer

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
blanquecer
blanquecía
blanquecido
volledig

Werkwoord

blanquecer

  • overgankelijk
  1. bleken
  2. witwassen
  • onovergankelijk
  1. wit worden, bleek worden
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.