blasfema

Spaans

Bijvoeglijk naamwoord

blasfema

  1. vrouwelijk enkelvoud van blasfemo

Werkwoord

vervoeging van
blasfemar

blasfema

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van blasfemar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van blasfemar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.