blasfemeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: blasfemeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- blasĀ·feĀ·meer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
blasfemeren |
blasfemeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blasfemeren
- Ik blasfemeer.
- gebiedende wijs van blasfemeren
- Blasfemeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blasfemeren
- Blasfemeer je?
Gangbaarheid
- Het woord blasfemeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.