blasfemeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: blasfemeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- blas·fe·meer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
blasfemeren |
blasfemeerde
- enkelvoud verleden tijd van blasfemeren
- Ik blasfemeerde.
- Jij blasfemeerde.
- Hij, zij, het blasfemeerde.
- Ik blasfemeerde.
Gangbaarheid
- Het woord blasfemeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.