blasfemeerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  blasfemeerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • blas·fe·meer·de

Werkwoord

vervoeging van
blasfemeren

blasfemeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van blasfemeren
    • Ik blasfemeerde. 
    • Jij blasfemeerde. 
    • Hij, zij, het blasfemeerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord blasfemeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.