blauwbek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: blauwbek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- blauw·bek
Werkwoord
vervoeging van |
---|
blauwbekken |
blauwbek
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blauwbekken
- Ik blauwbek.
- gebiedende wijs van blauwbekken
- Blauwbek!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blauwbekken
- Blauwbek je?
Gangbaarheid
- Het woord blauwbek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.