blitzte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: blitzte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- blitz·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
blitzen |
blitzte
- enkelvoud verleden tijd van blitzen
- Ik blitzte.
- Jij blitzte.
- Hij, zij, het blitzte.
- Ik blitzte.
Gangbaarheid
- Het woord blitzte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.