blokkeert

Uitspraak

• Geluid:  blokkeert    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• blok·keert

Werkwoord

blokkeert

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blokkeren
   

   • Jij blokkeert. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blokkeren
   

   • Hij blokkeert. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van blokkeren
   

   • Blokkeert! 

Gangbaarheid

• Het woord blokkeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.